De belangrijkste ruimte van een gebouw is de ruimte rondom dat gebouw. Daar, in de openbare ruimte, moet een leuke fijne leefomgeving ontstaan, waar mensen de mogelijkheid hebben elkaar te ontmoeten. Dat idee klinkt logisch, maar is in de tijd van het modernisme behoorlijk verloren gegaan. Vanuit het belangrijkste streven uit die tijd, te weten, licht, lucht en ruimte voor iedereen, ontstaat nog geen prettig vormgegeven openbare ruimte. Weidse anonieme identiteitsloze wijken en steden tot gevolg. STAD architecten doet het anders!
STAD ontwerpt gebouwen die de openbare ruimte vormen, ondersteunen en begeleiden, door gebouwen zo te ontwerpen dat prettige straten, pleinen en hoven ontstaan, waardoor deze als het ware de huiskamers van de stad worden. STAD stelt vragen als: Hoe staat een gebouw aan de openbare ruimte, de gevel vormt tenslotte de wand van de spreekwoordelijke huiskamer? Is de begane grond vormgegeven als ondersteunende functie van de openbare ruimte? Zorgen de gevelopeningen voor ‘ogen’ op die openbare ruimte? En zo zijn er veel vragen, waarvan de antwoorden gezamenlijk iets zeggen over een te ontwerpen gebouw.
Duurzaamheid in architectuur zit volgens STAD architecten met name in het feit dat gebouwen die gezamenlijk een prettige openbare ruimte vormen altijd gewaardeerd zullen worden en blijven en dus heel lang mee zullen gaan. Denk bijvoorbeeld aan de grachtengordel van Amsterdam, maar ook aan de veel modernere invulling van de oude havengebieden in veel steden, waar gebouwen zo vormgegeven zijn, dat openbare ruimte op een identiteitsvolle wijze gevormd wordt.
STAD zoekt in de verschijningsvorm van te ontwerpen gebouwen naar een herkenbare beeldentaal die voorkomt in het collectieve geheugen van mensen (archetypes). Dit betekent dus niet teruggrijpen naar letterlijke vormen uit het verleden, maar er op voortborduren, de kennis als het ware doorvertellen en doorontwikkelen.